Doel 

Op grond van het Besluit begroting en verantwoording (BBV) dient de gemeentebegroting te voorzien in een overzicht van incidentele lasten en baten. Dit inzicht is noodzakelijk voor het financieel toezicht en de beoordeling van de soliditeit van de begroting door Gedeputeerde Staten. Uitgangspunt is dat de structurele lasten in de begroting gedekt dienen te worden door structurele baten.

Criteria

Het BBV zelf voorziet niet in een eenduidige definitie van het begrip ´incidentele lasten en baten´. Hierom zijn de volgende criteria gehanteerd bij de inventarisatie van de in de programmabegroting 2016 en de meerjarenprognose 2017-2019 opgenomen incidentele lasten en baten (dit als nadere invulling van de door de commissie voor het Besluit begroting en verantwoording gemeenten (BBV) uitgebrachte ‘notitie incidentele en structurele lasten en baten’):

• Lasten/baten die alleen in het jaar 2016, 2017, 2018 of 2019 voorkomen.
• Lasten/baten die zich maximaal gedurende drie jaar voordoen (2016-2018).
• Lasten/baten waarvan de eindigheid vastligt op basis van raadsbesluit en/of toekenningsbesluit, ook als de looptijd langer is dan drie jaar.
• Onttrekkingen en toevoegingen aan reserves met een looptijd korter dan drie jaar.

Omvang 

Op basis van de criteria kan in totaal € 5,7 miljoen van de in de begroting 2016 opgenomen budgetten als ‘incidenteel’ worden aangemerkt. Bij de baten gaat het om een totaalbedrag van € 5,2 miljoen. Vanaf 2017 loopt de omvang van de incidentele middelen naar de huidige inzichten terug: per saldo tot circa € 1,5 miljoen. De opbouw en samenstelling van de incidentele lasten en baten zien er als volgt uit: