03. Beleidslijnen en resultaat programmabegroting 2016

Financiële beleidslijnen 2016-2019

Zorgen voor sluitende begrotingen, het verder uitvoeren van het collegeprogramma ‘Mijn Assen’ en doorzetten van de bezuinigingen staan in deze bestuursperiode, samen met het financieel in control brengen van de ontwikkeling in het sociaal domein, in financieel opzicht centraal. Daarnaast blijven we uitvoering geven aan het bestaand beleid en de afgesproken projecten en investeringen. De voor 2016 ter vaststelling gepresenteerde programmabudgetten en de financiële prognoses voor de jaren 2017-2019 zijn op die opgave afgestemd. 

We gaan voor 2016 -2019 opnieuw uit van een sluitend financieel beeld. Het eindresultaat van de begroting 2016 en de financiële prognoses voor de jaren 2017-2019 voldoen aan dit uitgangspunt. De uitkomsten van de meerjarencijfers zijn daarbij in dit stadium richting gevend. 

De situatie bij de beleids- en begrotingsvoorbereiding voor het komende jaar is niet ingrijpend gewijzigd ten opzichte van de situatie bij de Voorjaarsnota. Daarom houden we ook in de begroting 2016 vast aan de financiële beleidslijnen die we mei 2015 hebben uitgezet voor het in financieel control brengen van de ontwikkelingen in het sociaal domein. Dat betekent dat we vast blijven houden aan 'budgettaire neutrale invoering van de '3 D’s'. We houden de algemene reserve achter de hand om financiële tegenvallers op te kunnen vangen. We hanteren de in de meicirculaire gemeentefonds 2015 voor Assen gepresenteerde aandelen in de macrobudgetten in de begroting 2016 als financieel toetsingskader. 

Er wordt hard gewerkt aan het inzichtelijk maken van de kosten en financiële verplichtingen die we als gemeente sinds de decentralisatie van de Wmo, de Jeugdhulp en de invoering van de Participatiewet voor onze rekening moeten nemen. Dat inzicht verbetert gestaag. Maar we zijn daarbij vooral afhankelijk van de informatie van externe partijen. De Najaarsnota 2015 geeft een eerste beeld van hoe we er voor staan.

Aan de hand van beleidsinhoudelijke en financiële analyses willen we de bestaande aanpak evalueren. De uitkomsten daarvan kunnen we vervolgens in het kader van de komende Voorjaarsnota samen met uw raad bespreken zodat we financiële keuzes kunnen maken voor het vervolg. Die zouden in onze visie met ingang vanaf 2017 hun beslag moeten krijgen in de begroting. 

De overige financiële ontwikkelingen die zich sinds de vaststelling van de Voorjaarsnota hebben voorgedaan hebben we binnen deze begroting van oplossingen voorzien. We lichten in het vervolg van dit hoofdstuk waar nodig kort toe waar het in dat verband om gaat.

Einduitkomsten programmabegroting 2016

De programmabegroting 2016 geeft als resultaat van het met de begroting 2015 ingang gezette beleid en de bij de Voorjaarsnota 2015 ten aanzien van het sociaal domein gemaakte beleidskeuzes het volgende verloop en resultaat te zien.

02 einduitkomsten

Verderop in dit hoofdstuk geven we op totaalniveau en per programma cijfermatig inzicht in de achtergronden van de mutaties die sinds de vaststelling van de voorjaarsnota in de programmabudgetten voor 2016 en de financiële prognoses voor 2017- 2019 zijn doorgevoerd. 

Aanpak opbouw Programmabudgetten 2016 en de prognoses 2017-2019

  • de vereenvoudigde aanpak van de budgetopbouw, waarmee met de begroting 2015 is gestart, is doorgezet naar 2016; de programmabudgetten 2016 zijn ‘top down’ bepaald; 
  • het aanvaarde beleid (stand Voorjaarsnota 2015) met de daarbij behorende budgetten en de mutaties uit de jaarschijf 2016 van lopende meerjarenraming 2016-2018 dienen daarvoor als basis;
  • waar nodig heeft actualisering plaatsgevonden op basis van ontwikkelingen en besluitvorming sinds de Voorjaarsnota. Het doorrekenen van loon-, prijs-, en volumeontwikkelingen is daar onderdeel van;
  • de tweede tranche van de beleids-, bezuinigings- en dekkingsmaatregelen uit de nota ‘Minderen Met Maat’ is integraal in de budgetten opgenomen en in de resultaten verwerkt;
  • de op basis van deze aanpak opgebouwde budgetten zijn basis voor bespreking, vaststelling, autorisatie en het afleggen van verantwoording over het gevoerde beleid;
  • voor het opstellen en actualiseren van de prognoses voor 2017-2019 is uitgegaan van een vergelijkbare aanpak, de prognose voor het jaar 2019 is daarin nieuw en in dit stadium hooguit richting gevend; 
  • in ramingen, prognoses en bij het bepalen van de eindresultaten is voor de uitvoering en bekostiging van de taken in het sociaal domein evenals in 2015 uit gegaan van ‘budgettaire neutraliteit’ .